From [thuthuca]
A worldwide survey was conducted by the UN. The only question
asked was:"Would you please give your honest opinion about solutions to the
food shortage in the rest of the world?"
The survey was a huge failure...
In Africa they didn't know what "food" meant.
In Eastern Europe they didn't know what "honest" meant.
In Western Europe they didn't know what "shortage" meant.
In China they didn't know what "opinion" meant.
In the Middle East they didn't know what "solution" meant.
In South America they didn't know what "please" meant.
And in the USA they didn't know what "the rest of the world" meant
<Object> well if a girl can speak of how different men taste and how it relates to their physic I'd say she's pretty much a slut
*Feels sad.*
C.B. Should know why.
*Insert Italian accent*
Oooow the irony, I go everywhere with public transportation
Ik moest onlangs meedoen aan een onderzoek over cratief schrijven en lezen.
Eerst moesten we 7 schrijopdracht
Ik heb de resultaten hier neergeschreven
Beschrijf je schoen.
5 minuten.
Mijn schoen ziet er zwart uit, maar heeft wel een paar rode en witte kanten. Hij ziet er al erg versleten uit, en ruikt niet echt fris. De zool is enorm glad, met aangekoekt aarde tussen de spleten. Mijn veters zijn ook zwart, en in een zeer ingewikkelde knoop gebonden. Mijn schoen is niet van het sportieve type.
Beschrijf de foto van een schoen.
10 minuten.
De schoenen zijn oud en een beetje ouderwets.
Ze zijn van een oude vrouw met zeer conservatieve gedachten.
De kleding zal ook zeer ouderwets zijn; oude bloemetjes jurken en dergelijke
Het haar zal in een verouderd kapsel zijn: Een knotje ofzo
De persoon lijkt me iemand die vond dat het vroeger beter was.
Ook iemand die ik niet zo aardig zou vinden (dit door de conservatieve gedachten).
Deze persoon is iemand die al heel haar leven in hetzelfde stadje woont, met als verste reis, een reis naar de zee.
Deze persoon hout van breien en haken.
Deze persoon lijkt me bang van de jeugd en van de moderne technologie.
Ze lijkt me kinderen te hebben, en ze zal die zeer streng opgevoed hebben.
Ook zal ze erg christelijk ingesteld zijn.
Schrijf een verhaal met de hoofdpersoon die de vorige schoenen zou dragen, zorg dat ze op het eind van het verhaal de schoenen niet meer aan heeft.
30 minuten.
Revolutie in een oude vrouw.
Rosemarie verliet snel haar huis. Ze was al te laat. Hoe durfde haar dekselse zoon haar wekker een uur verzetten, nu zal ze te laat komen op de mis! Haastig wandelend over het bospadje zag ze ineens haar lieverlingsnee
Bart ( zo heette haar neef ) was samen met wat jongens die ze niet kende, bij het meer wat aan het rondhangen. Ze waren, aan hun houding te zien, boos om iets, maar Rosemarie kon niet goed horen wat. Ineens hoorde ze haar neef roepen: “HOE KUN JE NU ZO STOM ZIJN?” Wat zou dit toch te betekenen hebben? Ze besloot dichterbij te komen, maar wist niet goed wat ze met de situatie aan moest. Moest ze nu doorlopen naar de mis? Moest ze nu deze jeugd in het oog houden? Ze wist het niet goed. Uiteindelijk besloot ze maar hier te blijven. God wist al genoeg dat zij van Hem hield. Hij zou het haar wel vergeven, zeker als Hij wist dat zij onheil wou voorkomen voor deze lieve kinderen. Terwijl ze zo aan het wandelen was (sluipen kon je het moeilijk noemen op haar leeftijd), zag ze wat er scheelde. Ze was ontzet. Haar eerste reactie was om direct haar neef te roepen, maar ze dacht nog eens na. Haar zoon zei altijd dat ze moderner moest zijn. Misschien was dit haar kans om modern te zijn. Ze wou modern zijn, ze wou niet altijd als de ‘oude en conservatieve grootmoeder’ beschouw worden. Ze besloot te wachten. De jeugd was ondertussen beginnen discussieren. Te zacht, helaas, om te volgen. Hoe ingespannen ze ook luisterde, ze kon hen niet horen. Rosemarie begon stilletjes te vloeken, ze wist dat als ze jonger was, ze hen zeker zou kunnen horen. Na een 10-tal minuten te hebben gediscussieërd
Haar neef, die toch de leiding over dit alles bleek te hebben, riep nog 1 bevel voor ze allemaal hun fiets pakten en weggingen.
Rosemarie bleef nog eventjes wachten voor ze naar het schouwspel ging kijken. Het brandje was ondertussen in een klein smeulend vuurtje veranderd. Ze aanschouwde het nog wat en ging dan weg, diep nadenkend. Zou ze haar neef hierover moeten aanspreken? Zou ze hem terechtwijzen? Zou ze dit alles negeren? Ze wist het niet. Rosemarie besloot om niet meer naar de mis te gaan, ze wandelde maar naar huis. De mis was toch al bijna gedaan en al wie nu nog binnenkomt word met een vuil oog bekeken. Zo moest aanzichzelf bekennen dat ze dit zelf vaak had gedaan. Haar gedachten sprongen van haar neef over naar zichzelf. Ben ik ouderwets? Zou ik ouderwets zijn als ik hier niets van zij mijn neef? Zo mijmerde ze een tijdje in zichzelf en toen ze de schoenenwinkel passeerde wist ze wat ze wou en ze maakte een belofte aan zichzelf.
Ze stapte kordaat de schoenenwinkel in, bleef er een enkele minuten en verliet hem opnieuw met een flitsend nieuw paar schoenen. (Dat vond ze toch zelf.)
Toen ze thuiskwam kon ze nog maar 1 ding denken.
“Ik zal niet meer ouderwets zijn”.
Schrijf een haiku met als thema "zomer".
5 minuten.
Zomer
Zonnig, zwoel
Zonnen, zwemmen, zweven
Zonder de zoete smacht geen zomer
Zomer
Schrijf een gedicht van 5 regels waarbij de volgende 5 woorden elks 1 keer invoorkomen: Fiets - Groen - Lijkt - Muziek - Rilling
10 minuten.
Ode aan vervoer
Hier, op mijn wondermooie fiets
Lijkt zelfs Helena’s schoonheid niets
Zo is deze, wondermooi en groen
Met zelfs rinkelende muziek van doen
Een rilling door mij, en verder niets
Je doet iets in het heden, je ruikt iets waardoor je een flashback krijgt naar het verleden. Doordeze flashback denk je aan iets in het heden.
30 minuten.
Herinneringen
“Lode, wil jij ‘Amelie Poulain’ zien?”
“Ja, dat is goed hoor”.
Zo kwam het, dat we op die zaterdagmiddag ik en mijn beste vriendin, Elise, samen keken naar Amelie Poulain. Nu moet je weten, ik en Elise zijn erg goed bevriend. Zo goed zelfs dat we er geen probleem mee hebben om in elkaars armen te liggen. (Zij ligt dan tegen mij aan, omgekeerd zou nogal moeilijk gaan.) Zelfs zo goed bevriend dat haar ouders denken dat we een koppel zijn. Grappig vind ik dat. Maar dat doet niet echt terzake nu. We waren dus samen naar Amelie Poulain aan het kijken, en ineens kwam het tot mij. Die geur! Ik kende die. Maar vanwaar vroeg ik me af? Ik vroeg langs mijn neus weg of dat ze een nieuw parfum had. Ze beaamde dat, en ze vroeg of ik het lekker vond. Of ik het lekker vond, vroeg ze! “Natuurlijk”, zei ik, “maar ik vind dan ook alles aan u lekker”. Ze noemde mij zoals altijd een seut en we keken verder. Maar ik kon mijn gedachten niet bij de film houden. Die geur! Die geur, hoevaak heb ik die vroeger wel niet geroken. Hoe vaak heb ik die vroeger wel niet begeerd? Hoe vaak heb ik vroeger wel niet gedacht dat ik flauw van verliefdheid ging vallen bij die geur? Mijn gedachten dwaalden helemaal af. Hoe lang is het geleden? 3jaar? Het lijkt een eeuwigheid. Kelly, dat was haar naam. Hoe vaak ik wel niet s’avonds in bed gelegen heb, denkend aan haar haar, haar glimlach en bovenal haar geur. Die dreef me helemaal wild. We zaten min of meer indezelfde klas. We hadden heel wat lessen te samen, maar niet alles. Maar elke les met haar was een droom. Ze was de overbuur van een vriend van mij (dit is dan ook de reden waarom ik ook altijd bij die vriend zat.) Het waren goeden tijden voor mij toen. Elke dag naar school naar die vriend (Sam) om dan al dan niet met Kelly iets te gaan doen. En de dagen met haar waren leuker dan de dagen zonder haar, dat is zeker. Die keer dat ze samen met haar zus speldjes in ons (ik en Sam) haar had gedaan. Ik vraag me nog altijd af wat met die foto’s zijn gebeurt, waarschijnlijk heeft ze die verscheurt.
Of die keer dat we samen zijn gaan rolschaatsen, en hoe pijnlijk mijn benen die avond wel niet waren. Hoelang heb ik toen met een blein rondgelopen? 2 weken? Ik weet het niet meer, maar wel dat het leuk was. Of die keer dat ze bij mij thuis was en ik en Sam verwikkeld waren in een spelletje op de N64. Ocharme, ze zal zich verveeld hebben toen! Dat waren de gouden tijden. Toen was het leven leuk. Maarja, aan alle goede liedjes komt een eind. En zoals alle goede liedjes in mijn leven, kwam het door mijn fout. Hoevaak had ik het me wel niet voorgenomen om het niet te verpesten. Alle goede voornemens ten spijt, heb ik het dan toch verpest. Waarom luisterde ik ook naar Sam? Waarom heb ik haar toen gekust? Waarom heb ik me niet uitgelegd? Waarom heb ik me laten doen? Waarom ben ik weggefietst toen ik de kans had om het uit te leggen? Waarom heb ik toch zo’n groot ego? Ik had beter moeten weten toen Sam zei om haar te kussen, dat dat geen slim idee zou zijn. En ik had me gewoon moeten uitleggen, en niet onmiddellijk weggaan. En die volgende dag, toen haar beste vriendin kwam, had ik het gewoon over me heen moeten laten gaan, en niet mijn te grote mond openen. En die avond had ik gewoon moeten blijven staan toen ze naar me afkwam, en had ik niet moeten doorfietsen. Een verloren vriendin, door mijn domme fout. Daaraan doet die geur me denken.
Ondertussen was de film al een flink eind gevorderd. Elise had niet eens door dat ik er met mijn gedachten niet bij was, maar dat ging wel nog komen. Na een tijdje te denken aan hoe ik het verpest had, nam ze ineens mijn hand. Ze kneep er eens in en fluisterde: “Wat scheelt er, je bent zo afwezig?” Ik kon niet anders bedenken dan: “slechte herinneringen”
Maak een "recept" voor een slecht humeur.
15 minuten.
Zo maak je een slecht humeur
Een overvolle boekentas
Afwisselend weer (zonneschijn/st
Het maximum aantal minuten wachten op de tram
Een overvolle tram
Een herhalingstoet
Een uitverkochte snoepmachine
Irritante klasgenoten
Slecht eten tijdens de middag
8 uur school
Een computer die niet werkt
Klusjes
Hang de overvolle boekentas aan de persoon in kwestie. Zorg vooral voor extra resultaat dat er boeken en/of mappen in zitten die niet nodig zijn. Stuur die persoon naar buiten in de gietende regen. Zorg dat hij het juist zijn tram mist, dus dat hij het maximum aantal minuten moet wachten. Laat het ophouden met regenen juist als de tram er is, en laat hem opstappen in een overvolle tram. Liefst met een stel kleuters dat alleen maar denkt aan lawaai maken. Laat het terug beginnen met hardregenen als de persoon moet uitstappen. Nu mag je de persoon op school neerzetten, maar geef hem wel een herhalingstoet
Laat het slachtoffer nu vooral niet met rust en val hem lastig met allerlei klusjes.
Zorg ervoor dat hij ze moet herdoen. De persoon in kwestie zal nu ongeveer een slecht humeur bereiken, indien niet, doe het de volgende dag nog eens opnieuw.
Extra tip: Zorg dat hij slecht slaapt.
iippo
..Moonflower..
Pumpkin*
thuthuca
Phoenix Tears
the master of the underpants
deadsoul666
Mom
Birdknee
john i love him
Rolling on the floor laughing my fucking ass off whilest drinking whiskey and vodka and insulting some foreign losers because Bush has won the election, bloody Americans.
(Rotflmaowdwava
<Spirit> belgium is the capital of what country again?
You bloody, fucking (Probably American) idiot!
I never ever thought that I would find a n00b funny.
Bomen gesneden uit wit hout
Maar zo snel grijs.
Angst maakt zwart.
Met bloed besmeurd en bespat.
Gevoelens uitgebeiteld.
Randen vervaagd en toch zo scherp afgelijnd.
Weggedoken voor het zichtbare gevaar.
Maar zo dichtbij bij het niet-verwachte
Troostzoekend bij wat hoopvol is.
Niet beseffende welke dodelijke afloop.
Ga daar niet.
Te laat.
For Marleen's eyes only, everyone else fuck off. Danke.
5 Questions every guy wants to know off a girl - but never admits it to that/a girl.
1. What is her fucking bra size?
2. When are her periods? Does she have much trouble with them?
3. When and what places of her body does she shave/wax?
4. Does she mastrubate? When yes, how many times and where? What (fe)male person is on her mind then?
5. Would she have sex with me?
gom bloed rups boom sprinkhaan duisternis vampier paashaas blablabla weet ik veel meer,
The Raven
by Edgar Allan Poe
First Published in 1845
Once upon a midnight dreary, while I pondered, weak and weary,
Over many a quaint and curious volume of forgotten lore,
While I nodded, nearly napping, suddenly there came a tapping,
As of someone gently rapping, rapping at my chamber door.
" 'Tis some visitor," I muttered, "tapping at my chamber door;
Only this, and nothing more."
Ah, distinctly I remember, it was in the bleak December,
And each separate dying ember wrought its ghost upon the floor.
Eagerly I wished the morrow; vainly I had sought to borrow
From my books surcease of sorrow, sorrow for the lost Lenore,.
For the rare and radiant maiden whom the angels name Lenore,
Nameless here forevermore.
And the silken sad uncertain rustling of each purple curtain
Thrilled me---filled me with fantastic terrors never felt before;
So that now, to still the beating of my heart, I stood repeating,
" 'Tis some visitor entreating entrance at my chamber door,
Some late visitor entreating entrance at my chamber door.
This it is, and nothing more."
Presently my soul grew stronger; hesitating then no longer,
"Sir," said I, "or madam, truly your forgiveness I implore;
But the fact is, I was napping, and so gently you came rapping,
And so faintly you came tapping, tapping at my chamber door,
That I scarce was sure I heard you." Here I opened wide the door;---
Darkness there, and nothing more.
Deep into the darkness peering, long I stood there, wondering, fearing
Doubting, dreaming dreams no mortals ever dared to dream before;
But the silence was unbroken, and the stillness gave no token,
And the only word there spoken was the whispered word,
Lenore?, This I whispered, and an echo murmured back the word,
"Lenore!" Merely this, and nothing more.
Back into the chamber turning, all my soul within me burning,
Soon again I heard a tapping, something louder than before,
"Surely," said I, "surely, that is something at my window lattice.
Let me see, then, what thereat is, and this mystery explore.
Let my heart be still a moment, and this mystery explore.
" 'Tis the wind, and nothing more."
Open here I flung the shutter, when, with many a flirt and flutter,
In there stepped a stately raven, of the saintly days of yore.
Not the least obeisance made he; not a minute stopped or stayed he;
But with mien of lord or lady, perched above my chamber door.
Perched upon a bust of Pallas, just above my chamber door,
Perched, and sat, and nothing more.
Then this ebony bird beguiling my sad fancy into smiling,
By the grave and stern decorum of the countenance it wore,
"Though thy crest be shorn and shaven thou," I said, "art sure no craven,
Ghastly, grim, and ancient raven, wandering from the nightly shore.
Tell me what the lordly name is on the Night's Plutonian shore."
Quoth the raven, "Nevermore."
Much I marvelled this ungainly fowl to hear discourse so plainly,
Though its answer little meaning, little relevancy bore;
For we cannot help agreeing that no living human being
Ever yet was blessed with seeing bird above his chamber door,
Bird or beast upon the sculptured bust above his chamber door,
With such name as "Nevermore."
But the raven, sitting lonely on that placid bust, spoke only
That one word, as if his soul in that one word he did outpour.
Nothing further then he uttered; not a feather then he fluttered;
Till I scarcely more than muttered, "Other friends have flown before;
On the morrow he will leave me, as my hopes have flown before."
Then the bird said, "Nevermore."
Startled at the stillness broken by reply so aptly spoken,
"Doubtless," said I, "what it utters is its only stock and store,
Caught from some unhappy master, whom unmerciful disaster
Followed fast and followed faster, till his songs one burden bore,---
Till the dirges of his hope that melancholy burden bore
Of "Never---never
But the raven still beguiling all my sad soul into smiling,
Straight I wheeled a cushioned seat in front of bird, and bust and door;
Then, upon the velvet sinking, I betook myself to linking
Fancy unto fancy, thinking what this ominous bird of yore --
What this grim, ungainly, ghastly, gaunt and ominous bird of yore
Meant in croaking "Nevermore."
Thus I sat engaged in guessing, but no syllable expressing
To the fowl, whose fiery eyes now burned into my bosom's core;
This and more I sat divining, with my head at ease reclining
On the cushion's velvet lining that the lamplight gloated o'er,
But whose velvet violet lining with the lamplight gloating o'er
She shall press, ah, nevermore!
Then, methought, the air grew denser, perfumed from an unseen censer
Swung by seraphim whose footfalls tinkled on the tufted floor.
"Wretch," I cried, "thy God hath lent thee -- by these angels he hath
Sent thee respite---resp
Quaff, O quaff this kind nepenthe, and forget this lost Lenore!"
Quoth the raven, "Nevermore!"
"Prophet!" said I, "thing of evil!--prophet still, if bird or devil!
Whether tempter sent, or whether tempest tossed thee here ashore,
Desolate, yet all undaunted, on this desert land enchanted--
On this home by horror haunted--tell me truly, I implore:
Is there--is there balm in Gilead?--tell me--tell me I implore!"
Quoth the raven, "Nevermore."
"Prophet!" said I, "thing of evil--prophet still, if bird or devil!
By that heaven that bends above us--by that God we both adore--
Tell this soul with sorrow laden, if, within the distant Aidenn,
It shall clasp a sainted maiden, whom the angels name Lenore---
Clasp a rare and radiant maiden, whom the angels name Lenore?
Quoth the raven, "Nevermore."
"Be that word our sign of parting, bird or fiend!" I shrieked, upstarting--
"Get thee back into the tempest and the Night's Plutonian shore!
Leave no black plume as a token of that lie thy soul hath spoken!
Leave my loneliness unbroken! -- quit the bust above my door!
Take thy beak from out my heart, and take thy form from off my door!"
Quoth the raven, "Nevermore."
And the raven, never flitting, still is sitting, still is sitting
On the pallid bust of Pallas just above my chamber door;
And his eyes have all the seeming of a demon's that is dreaming..
And the lamplight o'er him streaming throws his shadow on the floor;
And my soul from out that shadow that lies floating on the floor
Shall be lifted---never
0499 24 66 19
Ik zou zeggen, gebruik het?
Edit:
Ik zou het heel graag hebben dat je het gebruikte vanavond.
Ja, jij daar je weet maar al te goed wie ik bedoel. :p
I really think this is a nice image.
All hail however who made it.
*Guesses: Silvie?*